WIERINGEN - Namens de Kop gemeenten bezoekt wethouder Mary van Gent voor de week van de pleegzorg Klaas en Lia uit Slootdorp die al 16 jaar pleeggezin zijn en al meer dan 60 kinderen hebben opgevangen. De wethouder vindt een stabiel vervangend gezin belangrijk voor kinderen die tijdelijk of langer niet thuis kunnen wonen. Hiervoor zijn meer pleegouders nodig. Ze is nieuwsgierig naar de motivatie van Klaas en Lia en hoopt hiermee anderen te interesseren voor het pleegouderschap.

Aan de keukentafel met de wethouder

Er volgt een gezellig gesprek aan de keukentafel met de wethouder, Klaas en Lia en de twee jonge dames die nu nog bij ze wonen: Nandy (18) en Susan (15). Klaas en Lia vertellen dat ze zelf 6 kinderen hadden toen ze besloten ook iets te willen betekenen voor andere kinderen. “Tijdens de vakantieperiode logeerden kinderen uit Europa bij ons. Dat hebben we 12 zomers gedaan.” Toen kwam Lia via de school waar ze werkt in aanraking met een pleegouder die haar pleegkinderen naar school bracht. Lia: “Zij vertelde mij dat er een tekort aan pleegouders was. Toen bedachten we dat pleegzorg misschien ook iets voor ons kon zijn.”

Wethouder Mary van Gent: “Te weinig pleegouders betekent dat kinderen vaker doorgeplaatst worden of dat het langer duurt voordat de juiste match voor een fijne plek gevonden is. Het is voor kinderen zo belangrijk dat ze weten waar ze aan toe zijn en kunnen wonen in een stabiel gezin.” Dat beaamt Susan (15): “Ik ben blij dat ik hier kon blijven wonen. Ik moet er niet aan denken om elke keer naar een ander pleeggezin te moeten of naar een andere school.”

Klaas en Lia kozen voor crisispleegzorg, een vorm van pleegzorg waarbij een kind uit een crisissituatie voor 4 weken bij je woont. Nandy kwam als tweejarig meisje en Susan toen ze bijna 4 oud was. Lia: “De kinderen mochten bij ons vaak langer blijven totdat duidelijk was waar het kind verder kon opgroeien. Met Nandy en Susan klikte het zo goed dat ze zijn gebleven. Nandy is nu 18 jaar maar blijft hier gewoon wonen totdat ze op eigen benen wil of kan staan.”

“Jullie hebben vaak afscheid moeten nemen. Dat lijkt me best moeilijk”, zegt de wethouder. Klaas: “Als een kind weer terug naar huis of het eigen netwerk gaat, dan is jouw taak als pleegouder klaar. Dat voelt goed. Sommige kinderen groeiden verder op in een ander pleeggezin. Met een stel hier in de buurt zijn we zelfs bevriend geraakt. Maar er zijn ook pleegkinderen waarvan we weten dat ze na ons van plek naar plek gingen. Dat is verdrietig.”

Aan het einde van het gesprek wil de wethouder graag nog weten of Klaas en Lia tips hebben voor mensen die het pleegouderschap overwegen: Klaas: “Je gezin moet er klaar voor zijn. En je moet het er samen over eens zijn. Niet dat de een het wil en de ander eigenlijk niet.” Lia: “Realiseer je goed dat het niet jouw kinderen zijn. Je bent niet hun moeder maar je kunt er wel voor ze zijn. Susan (15) vraagt waarom dat belangrijk is. Lia legt haar uit: “Jij hebt maar 1 moeder. Dat is jouw moeder. Zij heeft het gezag over jou dus zij neemt beslissingen over jou. Bij mijn eigen kinderen is dat anders. Daar beslissen wij alles zelf.”

Meer informatie

Wil je meer weten over pleegzorg, kijk dan eens op www.openjewereld.nu of meld je aan voor een informatieavond over pleegzorg op openjewereldnh@gmail.com